Het kan bijna niemand die mij kent ontgaan zijn. In mei 2018 ben ik twee maanden in Oeganda geweest, waar ik in het huis van Kate en Jeremiah gewoond heb en heb mogen ervaren hoe het leven in een Oegandees gezin in een klein dorp is. Via WhatsApp en e-mail heeft iedereen mij kunnen volgen. Dankzij de vele donaties staat er nu boven op de Golden Hill een prachtige school met 4 lokalen inclusief een kantoortje voor de onderwijzers en een latrine achter de school. Op mijn YouTube kanaal zijn de ontwikkelingen te volgen.
Oeganda zit nog voortdurend in mijn hoofd. Wat is mij speciaal opgevallen als ik nu terug denk?
Dat Oegandezen de aardigste mensen zijn die ik ooit ontmoet heb. Werkelijk iedereen heeft belangstelling voor je, een glimlach, een begroeting, een vraag, een mango, een banaan of een levende kip als cadeau om te slachten voor het avondeten. Wat ik dan net iets minder geslaagd vond, maar een zeer genereus gebaar is.
Dat Oegandezen erg op hun uiterlijk zijn. Ik zit elke dag onder de modder, zweetplekken overal, mijn haar in een plakkerig staartje, in mijn smoezelige broek en slobberig t-shirt voel ik mij volledig underdressed. Op de een of andere manier zijn hun schoenen altijd schoon, dragen de vrouwen de mooiste jurken, zit hun haar altijd ingewikkeld mooi en hebben de mannen een mooi shirt en een broek aan. Ze zien er piekfijn uit. Dat is heel belangrijk hier. Alleen als je er wat langer bent en de mensen leert kennen zie je dat het heel vaak dezelfde kleding is die eindeloos gedragen wordt. Als je beter kijkt zie je dat alle kraagjes rafelen van het vele wassen met de hand en er gaten in de schoenzolen zitten.
Dat Oegandezen ontzettend gastvrij zijn. Het maakt niets uit hoe lang je blijft, je bent altijd welkom, je kan altijd mee eten, je mag blijven zolang je wilt, iedereen schuift gewoon een stukje in.
Dat Oegandezen vinden dat een bezoeker, een Mzungu zoals ik dus, helemaal niets hoeft te doen. Ik ben visite en als ik bij een familie op visite kom dan betekent dat dat ik in het huis op de bank moet gaan zitten en dat is het. En dat brengt dan ook nog geluk. Hoe mooi is dat.
Fragment uit mijn dagboek.
“Ik ben ik het huis van mijn Ugandese 'moeder'. Ik vermoed dat ze ongeveer net zo oud is als ik, maar het voelt of ik haar dochter ben. We zitten samen op de bank in de kamer. In de kamer is verder niets anders, alleen een heel groot bankstel met kleedjes er op. Zij spreekt geen woord Engels en ik geen Lugisu, maar dat maakt niks uit, we zitten droog. We kijken elkaar aan en lachen en zij houdt mijn hand vast. Ik laat haar op mijn telefoon wat foto's van mijn familie en vriendinnen zien, wat ze geweldig leuk vindt en van mijn huis, waar ze zich echt niets bij kan voorstellen. Woon ik daar in mijn eentje? Als ik weg ga verontschuldigd zij zich dat ze mij niets heeft kunnen aanbieden, ze hebben momenteel niets in huis.
Dit land en deze mensen hebben mijn hart gestolen, dat moge duidelijk zijn.
Meer zien? Dit zijn mijn videos:
コメント