top of page

NEPAL

  • Foto van schrijver: Marja Poot
    Marja Poot
  • 13 mrt
  • 12 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 1 mei

Land van grote hoogtes en diepe dalen, van gebedsvlaggetjes wapperend in de wind, van kachels gestookt op yakmest, van Dal Bhat, TikTok-trucks en eeuwenoude tempels. Een plek waar je niets zoekt en alles vindt.

Samen met mijn broer Willem ga ik één van de meest uitdagende offroad routes ter wereld rijden: de Upper Mustang Road in de Nepalese Himalaya. Onze bestemming is het mythische Verboden Koninkrijk van Upper Mustang, met als hoogtepunt de ommuurde stad Lo Manthang. Lo Mantang was tot 1992 volledig gesloten voor buitenlanders. Nu mag je er wel heen, maar alleen met toestemming van de overheid én onder begeleiding van een gids. Wij maken deze reis samen met Off the Grid 4 x 4 en By Mountain People.



We beginnen in Kathmandu – een stad als een wervelwind van tegenstellingen. Hier vloeien oud en nieuw moeiteloos in elkaar over, heilig en alledaags gaan hand in hand. Het is een plek vol spiritualiteit en magie. Overal zie je kleuren: gebedsvlaggetjes, felgekleurde sari’s en heiligdommen versierd met bloemen en pigmentpoeder. Oude huizen met prachtig houtsnijwerk staan schouder aan schouder met grauwe betonnen blokken. De straten zijn een doolhof van winkeltjes – van imposante messen tot handgeknoopte tapijten, van glinsterende sieraden en serene Boeddhabeelden tot alles wat een avontuurlijke geest nodig heeft om de Himalaya te bedwingen.




Maar niet alles is pracht en praal. De stad is ook rauw en lelijk. De verkeerschaos is constant—bussen, vrachtwagens, auto’s, brommers, taxi’s, riksja’s en voetgangers vechten allemaal om een plekje op de stoffige wegen. Het is hier nooit stil. Stoplichten zijn hier zeldzaam. Boven al het verkeerslawaai uit hoor je continue de hoge snerpende geluiden van het fluitje van de verkeersagent die probeert de constante toestroom in de juiste richting te dirigeren. De luchtkwaliteit is een serieus probleem. Door alle uitlaatgassen, de stoffige wegen, het bouwstof en het verbranden van afval hangt er een doffe, grijze waas over de stad. 

 Kathmandu - Pokhara - Marpha - Lo Manthang - Pokhara - Chatwan - Kathmandu
Kathmandu - Pokhara - Marpha - Lo Manthang - Pokhara - Chatwan - Kathmandu

Ik ga weer links rijden, deze keer in een Mahindra Scorpio, een populaire 4 x 4 SUV uit India geschikt voor ruige routes. Ik neem plaats achter het stuur en stort me in de chaos van Kathmandu. Heerlijk! Willem zit er naast, ogenschijnlijk relaxt…..hij mag straks! We hebben afgesproken dat we het eerlijk verdelen, we vinden het allebei té leuk!


In Nepal zijn vrachtwagens niet zomaar transportmiddelen – ze zijn een levensstijl. Ze heten bijna allemaal Road King, zijn  kleurrijk beschilderd met ramen die half dicht geplakt zijn met stickers. En er zijn opvallend veel trucks met de naam Tik Tok driver, de nieuwe generatie truckers . Ze filmen zichzelf terwijl ze rijden, muziek luisteren, of zelfs dansen in hun cabine om dit alles op TikTok te posten. De claxon van trucks in Nepal is ook uniek, een vrolijke maar hard en indringend melodietje, niet te missen. Dit zijn de nomaden anno 2025.


Langzaam wordt het wat minder druk en chaotisch op de weg en verlaten we Kathmandu. De heuvels worden hoger en er verschijnt meer groen. De smog wordt wat minder.

De weg voert langs de Gandaki River. De Gandaki wordt in het hindoeïsme als heilig beschouwd, vooral vanwege de aanwezigheid van de Saligram-steen – een heilige zwarte steen met fossiele ammonieten die wordt gebruikt bij de verering van Vishnu. Het is een prachtige route met groene heuvels en diepe valleien met natuurlijk de vele hangbruggen die overal in Nepal te zien zijn.  Vroeg in de avond rijden we Pokhara binnen waar we overnachten.


We gaan de hoogte in, naar Marpha, gelegen op 2.650 meter. De weg is een afwisseling van alle soorten wegdek: van stukjes met mooi strak asfalt tot een beetje slecht, tot aan compleet kapotgereden. Of helemaal verdwenen. We ploeteren door modderige stukken waar de banden diep wegzakken, glibberen over natte klei, en zoeken onze weg tussen kuilen en keien. Elke kilometer is een avontuur op zich en we hebben genoeg tijd om hiervan te genieten, de gemiddelde snelheid ligt ongeveer 25 km per uur, wat prima is want haast hebben we absoluut niet.


De omgeving wordt steeds mooier, met groene bossen, kleine dorpjes met witte huisjes en altijd de gekleurde gebedsvlaggetjes wapperend in de wind. De lucht wordt steeds schoner en uiteindelijk felblauw, de zon schijnt volop. De bergen worden steeds imposanter en dan zien we de Dhaulagiri en Annapurna aan de horizon opdoemen. 




Marpha, een dorp als een ansichtkaart waar de tijd lijkt stil te staan. Ook het dorp van de appelboomgaarden, dankzij het klimaat hier en de vruchtbare bodem doen deze het heel goed hier. Alles draait om appels hier: appel brandy, appel cider, appel jam en uiteraard appeltaart.



We lopen door de smalle, witgekalkte straatjes en geven een draai aan de koperen gebedsrollen die langs de muren zijn bevestigd. Elke draai van de molen laat de heilige mantra's die erop zijn aangebracht, resoneren, wat helpt om positieve energie en intenties de wereld in te sturen. En daar kan deze wereld wel wat van gebruiken!



We belanden in iemands woonkamer rondom de kachel en luisteren naar de trommels. Er komen ook steeds jonge vrouwen binnenwandelen. Blijkt dat je hier traditionele kleding kan huren. Marpha is een soort pelgrimsoord geworden sinds de Nepali film Jerry hier in 2014 werd opgenomen. Die film zette het dorp op de kaart. Vooral de romantische scènes trokken de aandacht, en sindsdien willen veel vrouwen hier hetzelfde sprookje beleven. Even in de huid kruipen van hun filmheldin, compleet met jurk en fotoshoot.


We slapen in een eenvoudige homestay in bedden met dikke dekens, want ’s nachts is het flink koud. en het gebouw is onverwarmd, alleen beneden staat een kachel waar gestookt wordt met een eeuwenoude warmtebron: gedroogde Yak mest. De mest wordt verzameld en te drogen gelegd in de felle bergzon. Ze zijn rijk aan vezels en oliën en branden traag.


We gaan verder, hoger de Upper Mustang in, naar het Verboden Koninkrijk van Lo Manthang.  De kleuren veranderen. De lucht wordt ijler. Alles wat overbodig is blijft achter. Wat rest is stof, wind, ruimte, grootsheid. Je rijdt niet zomaar Upper Mustang binnen. Het is alsof de bergen zelf een grens trekken. Hier mag je alleen komen als je toestemming hebt. Niet alleen van de overheid, maar ook — zo voelt het — van de bergen.


De Upper Mustang Road voert door een landschap dat voelt als een andere wereld. Terwijl je de kronkelende, stoffige wegen volgt, ontvouwt zich een panorama van adembenemende vergezichten: torenhoge kliffen in tinten van oker, rood en grijs, uitgesleten door de tijd in de meeste bizarre vormen en eindeloze valleien die baden in het gouden zonlicht. Doordat we zo vroeg in het jaar zijn is het zo stil overal, op een enkele tegenligger en wat lokale mensen op de kleine brommertjes hebben we dit onmetelijk grote gebied bijna helemaal voor ons zelf.



Langs de route zien we dorpjes met witte, door de zon verweerde huizen, hun daken versierd met gebedsvlaggen de alomtegenwoordige vlaggetjes. De weg slingert door diepe kloven en over hoge bergpassen, waar de wind verhalen fluistert uit de tijd dat koningen en krijgers deze paden bewandelden. Wat een onmetelijke pracht!



En dan is daar Lo Manthang, Het verboden koninkrijk. Een dorpje uit een vergeten tijd, ommuurd, met stoffige straatjes waar oude vrouwen zitten in de zon en vele gebedsvlaggen klapperen in de wind. Ook hier is het stil. In de wintermaanden daalt de temperatuur tot ver onder de -20 °C er is nauwelijks verwarming en weinig voedselvoorziening. Een groot deel van de ongeveer 600 inwoners vertrekt naar lagere gebieden. Ook de monniken die in de winter naar warmere oorden vertrekken zijn nog niet teruggekeerd. De lucht is helblauw en door de zon voelt op deze hoogte van 3840 meter heerlijk warm, terwijl het slechts een graad of 6 is. Vannacht zal de temperatuur naar -16 °C dalen. Later op de avond komen we er achter dat er ook geen verwarming en geen water is in ons hotel. De barre kou zet alles stil—ook het water dat door de eenvoudige leidingen stroomt.




We worden rondgeleid door een jonge monnik, zijn gewaad diep rood. Hij vertelt over de tempel die werd gebouwd door de eerste koning van Mustang in de 15e eeuw. De fresco’s en thangka’s (schilderijen) op de muren vertellen verhalen van boeddhistische heiligen en mythologische figuren, die helpen bij meditatie en het overdragen van religieuze kennis. Er zijn hier twaalf verschillende boeddha’s, elke boeddha vertegenwoordigt een ander aspect van het boeddhisme en heeft zijn eigen symboliek en spirituele betekenis. Hij kent ze allemaal bij naam: Vairochana, Akshobhya, Ratnasambhava, Amitabha, Amoghasiddhi, Vajrasattva, Vajradhara, Maitreya, Bhaisajyaguru, Manjushri, Samantabhadra en Avalokiteshvara en vertelt het hele verhaal achter iedere boeddha. We mogen geen foto's maken in de tempel. Het is bedoeld om de spirituele sfeer te behouden en om respect te tonen voor de religie.




In de huiskamer van een homestay even verderop scharen we ons weer rondom de kachel voor een warme gember thee of een koud biertje. In de naast gelegen keuken wordt een heerlijke maaltijd bereidt.



Als je in Nepal reist, eet je Dal Bhat. Niet als optie. Gewoon omdat dat moet.

Linzen, rijst, curry, groenten, pickles, vlees, of niet. En er is altijd meer. Nepalese gastvrijheid kent geen grenzen — je bord blijft nooit leeg. “Dal Bhat Power 24 Hour” grijnzen de locals dan. Ze hebben gelijk. Het vult niet alleen je maag — het is brandstof voor de ziel.



De Legende van Lo Manthang: De Slangendemon en de Heilige Krijger

Lang geleden, voordat het koninkrijk van Lo Manthang werd gesticht, was het land van Mustang een dor en onherbergzaam gebied, geteisterd door een kwaadaardige slangendemon, Luwang Nagpo. Deze demon, een reusachtige zwarte slang, beheerste de wind en de waterbronnen van de regio. Hij hield de rivieren droog en bracht stormen en droogte over het volk, waardoor het land langzaam veranderde in een dorre woestijn.

De mensen, wanhopig en radeloos, riepen om hulp bij de wijze boeddhistische meesters in Tibet. Hun gebeden werden verhoord door Padmasambhava, de grote tantrische meester die al vele demonen had verslagen tijdens zijn missie om het boeddhisme te verspreiden. Hij stuurde zijn discipel Ngorchen Dorje Chang, een heilige krijger en meester van esoterische krachten, om de demon te bestrijden.

Dorje Chang reisde naar het land van Mustang en ontdekte de verborgen grot waar Luwang Nagpo zich schuilhield. Met krachtige mantra’s en rituele wapens daagde hij de demon uit. Een epische strijd brak los: de hemel werd donker, bliksemschichten sloegen in de bergen, en de wind huilde door de valleien. De demon probeerde Dorje Chang te wurgen met zijn immense lichaam, maar de meester gebruikte een heilig zwaard dat gezegend was door Padmasambhava. Met één beslissende slag sneed hij de demon in stukken.

Toen het monster werd verslagen, begon het land zich te herstellen. De wateren stroomden weer, het land werd vruchtbaarder en de wind blies zachter. Op de plek waar de demon viel, werd later de stad Lo Manthang gesticht, en de eerste koning, Ame Pal, bouwde er een groot fort en kloosters om de overwinning op het kwaad te herdenken.

Tot op de dag van vandaag beweren de inwoners van Lo Manthang dat de ziel van de slangendemon nog steeds onder de grond ligt, en dat de krachtige winden die soms door Mustang razen een herinnering zijn aan de oude strijd tussen goed en kwaad.


Ver boven de droge valleien van Upper Mustang, niet ver van de grens met Tibet, ligt het dorp Chhoser. Daar, uitgehouwen in een steile rotswand, vind je de Jhong Cave – een indrukwekkend bouwwerk van gangen, kamers en trappen, verborgen in steen.

Volgens de lokale verhalen werd de grot meer dan 2.500 jaar geleden bewoond door mensen die bescherming zochten tegen vijandige stammen en natuurgeweld. De grot bestaat uit vijf verdiepingen met meer dan 40 kamers – sommige voor meditatie, andere voor opslag, weer andere als woonruimte. Hele gezinnen leefden er, er werd gebeden, gegeten, geleefd. Een oudere vrouw in Chhoser vertelde ooit dat haar overgrootvader stierf in een van de kamers van de grot, zittend in meditatiehouding. Zijn lichaam werd nooit begraven, maar is opgegaan in de rots. Volgens haar waart zijn geest er nog steeds rond, als beschermer van de grot. De energie die daar hangt lijkt dat te bevestigen, ik kon hem bijna horen.



We klimmen klauteren op houten ladders naar boven. Het is zo smal en laag dat het ons maar net lukt om ons door de nauwe doorgangen te wurmen. Rechtop staan lukt ook niet overal, wij zijn veel te groot. Na het klimmen is het goed rusten. Wat een bijzondere plek om te mogen bezoeken, een heel dorp uitgehouwen in het stenen hart van de Himalaya.


Niet ver van Lo Manthang, op zo’n 4.660 meter hoogte, ligt de Korala grensovergang naar China. We waren nieuwsgierig en wilden wel een blik over de grens werpen. Even gluren bij de buren. Maar helaas – bij een recent opgerichte politiepost worden we vriendelijk, maar resoluut tegengehouden. Voor buitenlanders is de grens op dit moment gesloten, vanwege veiligheidsmaatregelen en geopolitieke spanningen tussen Nepal en China.


Dan gaan we maar naar de hoogste golfbaan van de wereld. Echt? Hier in dit niemandsland? Een golfbaan? De monnik gaat met ons mee, hij wijst ons de weg. De route gaat dwars door het ruige landschap en uiteindelijk komen we op een stijle smalle weg, die hoger en hoger gaat en waar steeds meer sneeuw op de weg ligt. Eenmaal boven aangekomen stappen we uit en lopen we het laatste stukje naar de top. Het waait het flink. We staan op een hoogte van 4645 meter! Wat een waanzinnige plek. Maar er is in de verste verte niets dat doet denken aan een golfbaan, gekkigheid.



Eenmaal thuis heb ik het opgezocht en het is echt waar. Er is hier in de zomer een golfbaan, de hoogste ter wereld. De Mustang Golf Course is een negen-holes baan die in augustus 2022 officieel werd geopend met het "Top of the World Golf Classic"-toernooi. Het doel was om de wereld te laten zien dat golfen op deze hoogte mogelijk is en om de baan in het Guinness Book of World Records te krijgen. De initiatiefnemer van het project, Indra Dhara Bista, werd geïnspireerd tijdens een bezoek aan Arizona in 2007. Hij geloofde dat als een golfbaan in de woestijn mogelijk was, het ook in het hooggelegen Mustang gerealiseerd kon worden. Het is een jaarlijks terugkerend evenement dat wordt gehouden rond augustus - september.


Wij hadden hier nog wel veel langer in de fascinerende landschap van de Himalaya willen blijven. Maar helaas we moeten verder en we verlaten de majestueuze bergen om naar het zuiden van Nepal te rijden. Van de imposante 8000-ers reizen we in twee dagen via Lete en Pokhara naar de jungle van het Chitwan National Park, van besneeuwde bergtoppen naar het tropische vlakke land.



We zijn in Chitwan National Park. Het doet denken aan de wildparken in Oost Afrika, luxe eco lodges, afzakken in een bootje over de rivier, op safari in een jeep op zoek naar de Aziatische neushoorn, de zwarte Moon Bear en de Bengaalse tijger. De eerste twee hebben we gezien, de tijger helaas niet. In de avond culturele dans en een bush dinner. De temperatuur is aangenaam, de douche warm en het is echt heel mooi maar ik mis de ruige schoonheid van de Himalaya.




We nemen nog snel een kijkje in Sauraha. Daar schijnen regelmatig twee neushoorns door de hoofdstraat te lopen, op zoek naar wat te eten. Wij waren er ruim voor etenstijd, de neushoorn zat nog lekker in bad 😉.



We rijden terug over de oudste weg van Nepal, de Tribhuvan Highway, deze loopt via Hetauda naar het noorden en klimt over een pas van zo’n 2.400 meter naar Kathmandu. Deze historische route, met heel veel haarspeldbochten, stijle afgronden en weidse uitzichten, werd in de jaren 1950 aangelegd en was lange tijd de enige verbinding tussen de Terai en de Kathmandu-vallei. Wat een weg! Nadat we het hoogste punt hebben bereikt, begint de afdaling. Onderweg zien we overal aardverschuivingen – de weg is op veel plekken flink beschadigd, het asfalt heeft het zwaar te verduren gehad. En dan, plots, is er kilometerslang helemaal geen weg meer. Compleet verdwenen in de afgrond. Maar geen paniek: via een geïmproviseerde afrit hobbelen we naar beneden, de droge rivierbedding in. En zo rijden we gewoon weer verder.




Nog een laatste dag in Kathmandu. In de ochtend gaan we naar de Swayambhunath tempel, ook wel bekend als de 'Monkey Temple', Een eeuwenoude boeddhistische stupa gelegen boven op een heuvel, met naast de vele apen, souvenirwinkels en toeristen gelukkig ook nog een monnik die onverstoord zijn mantra's ten gehore brengt.




We gaan nog een bijzondere plek bezoeken in Kathmandu, de Pashupatinath-tempel. Dit is één van de heiligste hindoeïstische tempels ter wereld, gelegen aan de oevers van de Bagmati-rivier. De tempel is gewijd aan Pashupati, een incarnatie van Shiva, de god van de dieren en trekt jaarlijks duizenden pelgrims. De hoofdtempel zelf is alleen toegankelijk voor hindoes . Door de poort kun je een groot gouden beeld zien staan, dit is het achterwerk van de heilige stier Nandi, het rijdier en de trouwe metgezel van de hindoegod Shiva.



Wat deze plek zo bijzonder maakt, is niet alleen de spirituele sfeer, maar ook het contrast tussen leven en dood . Aan de ene kant zie je priesters en pelgrims die blij zijn om deze tempel te bezoeken. Aan de andere kant vinden is er verdriet op de trappen langs de rivier, waar de openlijke crematies plaatsvinden. De overledenen worden gedragen tot aan het water, waar de voeten worden gewassen met het heilige rivierwater – een ritueel van loslaten. Daarna wordt het lichaam op een stapel boomstammen gelegd, omringd door bloemen en gebeden, en langzaam aan het vuur teruggegeven.

Een spiritueel eindstation, een plek van vele rituelen, waar lichaam en ziel los van elkaar verder gaan en waar vreugde en verdriet heel dicht bij elkaar liggen.


In Nepal – vooral binnen de hindoeïstische traditie – wordt de dood gezien als een natuurlijk en onvermijdelijk onderdeel van het leven, niet iets om te verbergen of weg te stoppen. De dood is niet het einde, maar een overgang naar een volgend bestaan, onderdeel van de kringloop van leven, dood en wedergeboorte (samsara). Het hoort bij het leven, net als geboorte of trouwen.


En overal zijn kleurrijk uitgedoste figuren die hun geld verdienen met poseren. Het zijn meestal verklede Sadhoes, ascetische hindoeïstische heiligen, maar het kunnen ook gewoon straatacteurs zijn. Voor 100 roepies mag je foto's maken. Wel eerst betalen anders draaien ze zich allemaal om. En ze hebben het heel snel in de gaten als je het stiekem wil doen.



Nepal — een onvergetelijke reis door een land vol contrasten en schoonheid. Van de hectische, kleurrijke straten van Kathmandu, waar chaos en leven elkaar omarmen, tot de serene mystiek van Lo Manthang, het Verboden Koninkrijk hoog in de Himalaya. Van de weelderige luxe en wilde natuur van de jungle in Chitwan tot de ijle luchten hoog in de Upper Mustang. De mensen, de cultuur, het landschap. Samen met Willem, broer, toffe gozer en geweldig reisgezelschap, heb ik weer een stukje van de wereld gezien dat ik nooit zal vergeten. Wat een land, wat een ervaring!





 
 
 

1 Comment


Kees de Groot
Kees de Groot
35 minuten geleden

Genoten van je verhaal, moet weer een geweldige ervaring zijn geweest.

Leuk ook te lezen dat je met Wim bent geweest, die is wel wat verandert... ;-)

Ook prachtige foto's, zelfs zo mooi weer gegeven dat ik er zelf niet meer heen hoeft, ik heb er een mooi beeld aan overgehouden.


Toppert....

Like

© 2019 made by Marja Poot

  • Facebook Social Icon
  • YouTube Social  Icon
bottom of page